A day at...

Het begon eenvoudig met de vraag: ‘Kom je niet kijken naar de interclub judo?’
‘Judo? Olympische spelen, Gella en Ulla, brulboei De Decker. Vaalgroene matten. O ja, een koka, het kleinste punt, dat ken ik ook. Vooruit dan maar?’ Op naar de regionale interclub voor 4e afdeling B, 3e afdeling A en 2e afdeling A, georganiseerd door Judoclub Tielt.  
Aankomen in een sporthal voelt in mijn geval altijd een heel klein beetje als betrapt worden. Gelukkig loodst Patrick Ackx me meteen richting de zaal. Ik zie matten in blauw en geel, genummerd van 1 tot 4. De groene toestanden met rode lijnen blijken tot het verleden te horen. Een koka ook, schijnt het. Daar gaat mijn houvast voor vandaag.

Er ontwikkelt zich onmiddellijk een strijd op twee fronten. Op de mat beginnen de judoka’s elkaar te bekampen, terwijl achter de schermen de organisatie een aantal praktische probleempjes van het allerlaatste moment dient aan te pakken. Het overkomt de besten. Ik zoek me een plaatsje. Keuze genoeg. Judo is blijkbaar geen populaire kijksport.

Nee, eigenlijk valt dat nog goed mee. Zo vaak gebeurt het niet dat iemand zich blesseert”, zegt de judoka naast mij in de tribune. “Het moet al echt erg zijn ook. Dit is geen voetbal, hé.
Ondertussen zien we allebei dat op de mat aan de overzijde heel even alles stil komt te liggen, omdat ook één van de judoka’s stil blijft liggen. Het is kamp één of twee van de dag en er komt al een brancard aan te pas. Dat belooft.

Al snel kom ik ogen te kort. Vier matten, waarop telkens zes kampen tussen twee ploegen zich heel snel opvolgen. Er is op elk moment wel ergens iemand bezig met gooien, werpen, vallen of buigen. De opwarmingsmat begint stilaan op een geïmproviseerd veldhospitaal te lijken, waar de ene na de andere even gaat liggen en probeert bij te komen. Een ijszak hier, de voeten toch wat op een stoel daar. De opeenvolging van kampen begint bij sommigen toch zijn tol te eisen.

Ondertussen verbaas ik mij over het ontelbaar aantal buigingen. Nu, het is opvallend hoe respectvol men hier is naar elkaar en naar de scheids. Geen gemekker. Geen protest. Scheidsrechters die zichzelf snel en na overleg bijsturen en corrigeren. Het is inderdaad geen voetbal. Beide judoka’s zijn voor en na de kamp telkens opvallend vriendelijk. Ze trekken, hangen, grabbelen of rukken zich los. Sleuren, vegen en werpen nochtans zo veel mogelijk. Een man hangt 4 minuten in je oor te hijgen en te blazen. Hij probeert je volledig klem te zetten of te wurgen. Daar kan je razend kwaad van worden. Mensen die Judo beoefenen lijken hun emoties echter goed onder controle te hebben.  

De judoka’s beperken hun wereld gedurende vier minuten tot 49m². Ze focussen louter op hun tegenstander en zichzelf. Lijken niet afgeleid door wat er buiten hun gele vierkant aan het gebeuren is. Ploeggenoten en supporters roepen hen nochtans toe en op amper drie meter afstand vliegt ruim 90 kilo door de lucht in de dichtstbijzijnde kamp. Ik begin ook de korte, luide maar zeer droge klap te herkennen die gepaard gaat met Ippon. Plat op de rug neerkomen, het is zelden zo mooi geweest.

Tijd voor de weging. Blijkbaar weegt één van de Tieltenaren 200 gram te veel. En hij was al naar het toilet geweest. Tweehonderd gram? ‘Je nagels knippen en je neus eens snuiten’, denk ik direct. Geen paniek echter: na wat sparren met een collega en een aantal rondjes op de opwarmmat blijkt hij zelfs een paar honderd gram overschot te hebben. Onmiddellijk na de weging begint het team collectief koeken, broodjes en zelfs chips naar binnen te spelen. Water drinken mag ook weer. Er is nog even om weer wat energie op te doen.

De eerste kamp wordt Tielt meteen wakker geschud. ‘Wakker’ is het woord niet, als Jarne Lattré niet afklopt in een wurggreep en heel even van de kaart is. Net daarvoor brulde Michael Spessart de zaal al bij elkaar. Slecht neergekomen en elleboog uit de kom. Terecht gebruld, daar niet van.

Zweet, pijn, verzuring, kramp. Van aan de zijlijn is de intensiteit zichtbaar. Er wordt op tanden gebeten en spieren trillen. Brandwonden verschijnen. Rode plekken en schrammen op armen en borst. Een judoka krijgt door de spanning in de handen amper zijn gordel geknoopt.

In hun tweede wedstrijd komen de Tieltenaars tegenover een paar Nederlandse kleerkasten te staan. Vreemd. Mannen met Nederlandse licentie? Uit Izegem? Zelfs ik – die tot enkele uren terug weinig van Judo afwist – zie meteen dat dit een ander niveau is. Clean. Muurvast. De journalist in mij googelt beide heren even. Een aantal internationale podia en zelf een Europese titel komen onmiddellijk te voorschijn. Ok.
Na afloop hoor ik – alweer te nieuwsgierig – een aantal trainers uit Izegem ook nog eens gedreven in het Frans overleggen. Internationaal gebeuren, die regionale interclub.

In de derde wedstrijd krijgt Tielt een 0-6 om de oren van Koksijde. Waar zowaar alweer twee Nederlandse judoka’s wonen, zeg. Kansloos. Al mag gezegd worden dat de overgave, gedrevenheid en volhardende werkkracht van Berend Vermeulen alleen maar respect afdwingt.

In afwachting van de laatste wedstrijd van de middag beginnen de Tieltse judoka’s steeds meer sporen te vertonen van de intensiteit waarmee ze hun kampen afwerken. Schaafwonden, rode plekken en strepen. Het is er stilaan aan te zien dat ze niet in hun zetel zijn blijven zitten vandaag.

Nog één keer opladen. Nog één keer aantreden. Lange tijd lijkt Tielt op weg naar de overwinning, tegen Hooglede, maar in extremis slepen die laatsten nog een gelijkspel uit de brand. Ondanks Thijs Vandevondele en Jonas Deneir, die met Ippon hun kamp winnen. Ondanks Lucas David, die een Shiai punt behaalt na alweer Ippon. Ondanks Matthieu Demey die zijn sleutelbeen breekt, nog buigt naar zijn tegenstander en de scheidsrechter en vervolgens zelf richting EHBO- post stapt.

Judo is een ondergewaardeerde sport voor atleten. De Olympische medailles van 1996 hebben in mijn gedachten plaats gemaakt voor sterke kerels, in verschillende maten en gewichten, die elkaar op een betrekkelijk faire manier bekampen. Voor intensiteit ook. Trillende spieren. Matten in blauw en geel en Ippon. Dat droge geluid… .